Tapijtkever

De gewone tapijtkever is een zeer kleine kever van 1 tot 2 millimeter. De dekschilden zijn met grijze, gele en bruine vlekken bedekt. De kever wordt ook wel de museumkever genoemd. Deze naam en de naam tapijtkever heeft hij te danken aan zijn voedingspatroon als larve. Van nature zijn de larven van deze kever aaseters. Dierlijke producten zoals wol, leer, veren, textiel en bont zijn dan ook niet veilig voor de larve.

In de natuur wordt de larve vooral in vogelnestjes aangetroffen. De volwassen kevers voeden zich vooral met stuifmeel en nectar van bloemen. Door het meeliften op textielproducten tijdens export is de kever wereldwijd verspreid geraakt.

Bestrijding

Om de tapijtkevers te bestrijden moeten alle schuilplaatsen waar larven worden aangetroffen behandeld worden met een residueel werkend insekticide. Hierdoor wordt op de bespoten plaatsen een effect verkregen dat nog enkele maanden zijn dodelijke werking op de insekten behoudt. Denk hierbij vooral aan plinten, naden en kieren en onder de randen van de vloerbedekking. Ook is het aan te bevelen om voor de behandeling zeer grondig te stofzuigen, vooral op moeilijk bereikbare plaatsen.